Schranzen voor de sport

220 frikandellen. Foto Sas Schilten, www.sasfotos.nl

De Volkskrant, Wetenschap, 8 juni 2019

Vanuit de VS naar Nederland gekomen: wedstrijdeten, of wie de meeste frikandellen, hotdogs of andere vettigheid opkan (en binnen houdt). Waarom zou je?

Door Jaco Berveling

Dertien mannen worden in eetcafé Vrouwenhemel onder applaus en gejuich naar hun tafel geleid. Op de tafels staan schaaltjes appelmoes en diverse sauzen. De spelregels zijn simpel. Wie binnen een uur tijd de meeste frikadellen eet en het zaakje een half uur weet binnen te houden is de winnaar. Naast de tafels staan lege emmertjes Calvémayonaise voor als het misgaat. Na het startsein vallen de mannen aan. Het café in Werkendam organiseert voor de zevende maal een kampioenschap frikadellen eten. De eigenaresse, Esther Kamsteeg, vertelt dat het evenement ooit ‘uit gekkigheid’ is geboren.

Winnaar Rik Nauwelaerts neemt er nog een. Foto Sas Schilten, www.sasfotos.nl

Het wedstrijdeten kent zijn oorsprong in de Verenigde Staten, waar het de laatste jaren enorm in populariteit is gestegen. Bij Nathan’s in New York kun je sinds jaar en dag meedoen aan het zoveel mogelijk eten van hotdogs, maar er zijn ook wedstrijden met ijs, hamburgers, pompoentaart en braadworst. Talloze tv-kanalen zenden de evenementen uit, er is een gespecialiseerd tijdschrift voor de eters en je kunt T-shirts kopen van de toezichthouder, de International Federation of Competitive Eating. Professionele eters verdienen er tienduizenden dollars per jaar mee.

Gaat het wedstrijdeten nu ook Nederland veroveren? Het lijkt erop. In 2018 kon je naar wedstrijden met cheesecake, pannenkoeken, kippenvleugels, bitterballen en frikandellen. Ook 2019 belooft een jaar vol eetwedstrijden te worden.

Nederland kent sinds een jaar de website eetwedstrijden.nl. De site is gemaakt door de ondernemer Christian van Ekeris. Hij merkt dat niet alleen het aantal bezoekers van de site toeneemt, maar ook het aantal mensen dat aan een wedstrijd wil meedoen. De laatste maanden meldt zich iedere week wel iemand aan. Ook de consumptiesocioloog Hans Dagevos, verbonden aan Wageningen Economic Research, acht een verdere groei van het fenomeen mogelijk. Er zijn vanuit Amerika immers verschillende eettrends naar Europa overgewaaid, zoals het fastfood en de all-you-can-eat-formule.

Drijfveren

In Werkendam werken de deelnemers in korte tijd een ongelooflijke hoeveelheid frikadellen naar binnen. Niet de hoogste vorm van culinair genot en je krijgt in korte tijd enorm veel calorieën binnen. Waarom doen mensen mee?

Christian van Ekeris heeft tijdens het opzetten van zijn website met verschillende wedstrijdeters gesproken. Voor sommigen telt het financiële motief, maar meer dan 150 euro valt er in Nederland niet mee te verdienen. Vaker is er sprake van een ludieke prijs. Volgens Van Ekeris zijn andere motieven belangrijker. Zo is er een groep die het leuk vindt om te provoceren. De eetwedstrijden roepen immers regelmatig kritiek, zo niet afschuw op.

Ook Dagevos ziet dit als een belangrijk motief: ’Het is het onbegrensde dat mensen aantrekkelijk vinden. Het onmatige, het ‘wij kunnen en willen ons dit permitteren’. Het gaat ook altijd om fastfood-eten, zoals hotdogs en kippenvleugels. Je zult nooit een eetwedstrijd met appels zien. Het is jezelf centraal stellen en niet het eten.’

De antropologe Emma Jayne Abbots van de University of Wales is een van de weinige wetenschappers die onderzoek doet naar wedstrijdeten. Zij zocht contact met wedstrijdeters in verschillende Engelssprekende landen en komt tot een vergelijkbare conclusie. De voedselverslinders vinden het prachtig om zich af te zetten tegen het negatieve beeld dat van hun sport bestaat. Maar er is meer. Abbots zag ook dat ze er status aan ontlenen. Ze zijn misschien wel voor het eerst van hun leven ergens goed in. Ze krijgen in sociale netwerken bijnamen als Neil ‘Gulzig’ Thomas, ‘razende’ Peter of Col ‘de veroveraar’ en genieten van de kortstondige roem die een overwinning met zich meebrengt.

Foto Sas Schilten, www.sasfotos.nl

Gestikt in een hotdog

De frikadellenliefhebbers in Werkendam doen het zichtbaar voor de lol, maar ongevaarlijk is het niet. Zo stikt er bij eetwedstrijden ieder jaar in Amerika wel een amateur in een hotdog, pannenkoek of donut. Dat zal een professionele eter niet snel gebeuren, maar die loopt weer andere risico’s.

Een team van artsen, aangevoerd door Marc Levine van de universiteit Pennsylvania School of Medicine, publiceerde in het American Journal of Roentgenology de resultaten van een opmerkelijk experiment. De artsen zagen een professionele wedstrijdeter in tien minuten zesendertig hotdogs eten. Ze volgden met röntgenapparatuur wat er gebeurde en zagen zijn maag enorm uitzetten. Het leek na afloop wel of de man zwanger was. Ze waarschuwen dat de wedstrijdeters te maken kunnen krijgen met gastroparese (vertraagde maaglediging), onbedwingbare misselijkheid, een maagperforatie en morbide obesitas.

158 frikadellen

In eetcafé Vrouwenhemel zijn er vooralsnog geen medische problemen te bespeuren. Na een uur eten en een half uur wachten heeft iedereen, gezond en wel, alles binnen weten te houden. Esther Kamsteeg bakte 220 frikadellen waarvan er 158 door de dertien deelnemers zijn opgegeten.

Rik Nauwelaerts wint met overmacht. In Werkendam werkt hij, zonder een krimp te geven, vijfentwintig vleesstaven naar binnen. En na de wedstrijd hapt hij voor de gezelligheid nog een extra frikadelletje weg. Glunderend gaat hij met de ‘Vetkleppen-wisselbeker’ op de foto. Gevraagd naar zijn motieven vertelt hij dat hij gewoon ergens de beste in wil zijn. Het geeft een lekker gevoel om te winnen. ‘Ik doe het niet voor het publiek of de media. Ook het prijzengeld is niet zo interessant. Ik doe het om de kick, voor de fun.’

De vetkleppen-wisseltrofee. Foto Sas Schilten

Grootgebracht met snacks

Rik’s geheim? Hij neemt zijn sport serieus. Hij bereidt zich thuis fysiek en mentaal voor en gebruikt de ochtend voor een wedstrijd alleen een lichte maaltijd. Hij traint regelmatig en filmt zichzelf daarbij. Zo kan hij zien wanneer het tempo omlaag gaat en hij kleinere happen begint te nemen. Maar zijn belangrijkste troef ligt wellicht in zijn jeugd. Zijn ouders hadden een frituur, een snackbar, en brachten hem groot met snacks. Het is hem nooit gaan tegenstaan.
Esther Kamsteeg vraagt na de prijsuitreiking aan Rik of hij volgend jaar zijn titel komt verdedigen. Zijn antwoord: ‘Alleen als je ook een dessert serveert.’