Het ‘lezen’ van andermans gezicht is zo oud als de mensheid: wij verbinden uiterlijk automatisch aan innerlijke kwaliteiten. Hoe interpreteer je bijvoorbeeld dicht bij elkaar staande ogen? Flaporen? Doorlopende wenkbrauwen? In de achttiende eeuw werd voor het eerst geprobeerd de relatie tussen gezicht en karakter een wetenschappelijke basis te geven. De daaruit ontstane schedel- en gelaatkunde werd razend populair, ook in Nederland. Als je wist waar je op moest letten kon je aan iemands gezicht aflezen of die betrouwbaar was of juist niet, driftig, moedig, koppig of meegaand.
Mensenkijken en mensenkennis
Op het tweede gezicht is een fascinerende geschiedenis van mensenkijken en mensenkennis door de eeuwen heen. Ik deed uitvoerig literatuuronderzoek naar de inmiddels vergeten schedel- en gelaatkunde en leg verbanden met hedendaags psychologisch onderzoek. Ik sprak met diverse wetenschappers en bestudeerde bijzondere collecties in binnen- en buitenland (en liet mijn eigen gezicht door een ‘gediplomeerde’ gelaatkundige analyseren. Ik bleek ‘zacht, zorgzaam en integer’ te zijn).
De relatie tussen gelaat en karakter, Uitgeverij Balans