In november 1891 staat in Wenen een 17-jarige jongen uit een Fries dorpje op het toneel van het gerenommeerde Etablissement Ronacher. Het is een prachtig theater waar je aan tafeltjes zit en waar je mag eten, roken en drinken. Het pand is afgeladen. De jongeman noemt zich prins Mignon en is met zijn lengte van 80 centimeter een opvallende verschijning. Hij is echter niet alleen van een ‘puppenhaften, erstaunlichen Kleinheit’, maar hij kan ook wat. Hij verschijnt in verschillende kostuums, zingt, danst en haalt verrassende acrobatische toeren uit.
‘Der kleine Wundermann’
Vooral de acrobatiek van de prins valt bij de Weners in de smaak. ‘Der kleine Wundermann’ legt tijdens zijn atletische capriolen ‘eine erstaunliche Komik’ aan de dag. Het Weense publiek ontvangt elk stuk dat hij opvoert met een donderend applaus en aan het slot van de voorstelling wordt hij in zijn ‘reichen Phantasie-Uniform im Zuschauerraum herumgetragen’. De conclusie: Ronacher mag zich gelukkig prijzen met zo‘n publieksmagneet.
Meer weten over de avonturen van prins Mignon, oftewel Gerrit Keizer? Lees dan De man met de ijzeren schedel.